Door Ruchama – Een goede vriendin van mij werkt als leerkracht in het basisonderwijs. Zij heeft altijd kinderen gewild totdat zij ziek werd. Al haar aandacht ging naar genezen, herstellen en een hernieuwde balans zoeken in haar leven. En ineens was daar de deadline van haar vruchtbare leeftijd. Ze was de 35 gepasseerd, had een vaste partner en ineens kwam er druk op de ketel. Ze had het gevoel enkele jaren ‘verloren’ te hebben aan haar ziekte, dus eigenlijk wilde ze gewoon weer even genieten van haar vrijheid en gezonde staat van zijn. Om haar heen werd iedereen zwanger of hadden haar vriendinnen al één of meerdere kinderen. Wat een frictie en wat een druk. Dat gevoel van nu of nooit en dat binnen een korte termijn van een paar jaren moeten bedenken. Ze werd er echt door opgejaagd.
Tijdens een strandwandeling kwamen we in een inquiry: wat is eigenlijk de kinderwens? Wat mis je nu aan je leven en wat denk en voel je dat het je biedt met en zonder kinderen?
We gingen heel diep in een soort psychoanalyse waar ik helemaal in op ging. Het was totaal mentaal georiënteerd en prompt schoot ze in de lach. Ze gierde het uit en ik stond haar wat sukkelig aan te kijken, afwachtend tot ze in staat was te praten en me te vertellen wat er zo grappig was.
‘Ik heb gewoon FoMo’, zei ze ineens met een enorme glimlach.
‘Ik ben gewoon bang dat iedereen iets heeft, wat ik niet heb en dat vind ik eng en veel verder gaat t eigenlijk niet. Want ik ben eigenlijk heel content met waar ik nu sta en hoe mijn leven er uit ziet. Ik ben dankbaar dat ik er ben en in goede gezondheid leef met mijn vriend.’
‘Alleen omdat iedereen het heeft, denkt iets in mij dat ik het ook wil. Ik wil gewoon het gevoel van erbij horen ervaren en geen gevoel van afgesnedenheid of anders zijn. Dat heb ik al genoeg ervaren. Maar het is ook geen reële grond om aan kinderen te beginnen en dat gevoel van afgesnedenheid ervaar ik vast ook met kinderen.’
We praten nog wat verder hierover en hebben het er sindsdien nooit meer over gehad.